In de tijd dat de boeren ten strijde trekken is er vanavond een lezing over boerderijenin Zuid-Holland. Frits van Ooststroom is vanavond de verteller. Hij heeft zich verdiept in allerlei soorten boerderijen. Ook blijkt al snel dat het niet alleen Zuid-Holland betreft. De opkomst is matig, waarschijnlijk door het slechte weer, maar het is net als altijd gezellig
Als inspiciënt Wim het geluid heeft ingesteld en Casper ons Frits van Ooststroom heeft geintroduceerd, begint de lezing.
Frits is een enthousiaste, gezellige verteller die ons aan de hand van aquarellen van de hand van Jan Verheul laat zien welke soorten boerderijen er allemaal zijn.
Ze zijn in groepen te verdelen: Goeree-Overflakkee Opgewerkte boerderij Noord Hollandse huisgroep. Friese Kop-Hals-Romp boerderij. Groningse Boerderij met een villa ervoor. Limburg: Opgebouwd uit mergelstenen in carré vorm. Brabant: Langgevel boerderij
Het losse hoes is een boerderij, waar alles in een ruimte plaatsvindt.
Het wonen, de keuken en het vee.
De opgewerkte boerderij heeft een melkkelder en een opkamer. Ze zijn hoger dan andere boerderijen. Hier wordt de melk gekoeld en afgeroomd. Voor het afromen werden Aden gebruikt. Het karnen was in het begin handwerk en was best zwaar. Later zijn de karnmolens gekomen. Deze werden door honden of paarden aangedreven. Doordat de honden, door de zwaarte van het aandrijven wisten wanneer het goed was, blaften ze.
Het opstellen van het vee in de stallen kan op twee manieren. Met de koppen naar de muur, hierdoor was het melken makkelijk, maar het voeren lastig. Of met de koppen naar elkaar, dan was het voeren eenvoudig, maar het melken lastig.
Op maandag werd er voor de hele week brood gebakken. Dit gebeurde in een inpandige of aangebouwde oven. De ovens werden eerst goed voorverwarmd. Als ze op temperatuur waren ging het brandbare materiaal eruit en de broden erin.
Het hooi wat van het land komt , wordt opgeslagen in hooibergen die bij de boerderij staan. Of op hooizolders in de boerderij. Meestal vrouwen harkten het hooi bij elkaar en de mannen zorgden dat het op de hooiwagen kwam.
Het woord schelf heeft te maken met het opslaan van vlas.
De daken van de hooibergen werden op hoogte gebracht door een heeft.
Het restproduct van het stoken van jenever wordt spoeling genoemd. Dit diende als voedsel voor de koeien.
Het vervoer van de spoeling ging met de spoelingkar of met platte vaartuigen.
Dan is de lezing ten einde en bedankt Casper, Frits.
Het was weer een boeiende avond en wachten we af wat Truus nog meer voor ons in petto heeft. Daarna gaan we onder de plu terug naar de tram, die ons weer thuis brengt.
George van Steenveldt