11-04-2022: Lezing van Noud Janssen op 23 maart 2022 over het “Groningen van vroeger”.
Noud Janssen is lid van de Vereniging Nootdorpse Historiën, en zal de relatie tussen Delft en Nootdorp toelichten.
De basis van de relatie was energie.
Energie is door de eeuwen heen essentieel voor betere overlevingskansen en om comfort en welvaart te vergroten. Wat aardgas is sinds 1965, was turf vanaf pakweg 1300. Het was dé bron van energie voor Delft, maar ook Leiden en Den Haag.
Delft had vanaf de 16e eeuw veel brandstof nodig. Na de stadsbrand in 1536 werd bepaald dat de huizen in de stad in baksteen moesten worden optrokken, in plaats van hout, en de daken bedekt met leien of dakpannen. Dat betekende: ovens, en dus brandstof: turf.
In de 16e en 17e eeuw floreerde in Delft ook de bier- en porselein-industrie. Neem daarbij ook nog eens de verwarming van de huizen en het koken: turf was de motor. Nootdorp en het noordelijk gelegen Pijnacker leverden de turf.
Vanaf ca. 1200 vond de ontginning van het moerassige gebied bij Nootdorp plaats.
Graaf Willem II gaf namelijk in 1246 de vrijheid om land te winnen door het ontginnen van veen. De eerste ontginning bij Delft was die van de Bieslandse polder.
Maar zoals bijna elke vorm van winning van fossiele delfstoffen gevolgen heeft voor de leefomgeving, was dat ook het geval bij het winnen van turf. De veengebieden waren sinds de ontginning in een onomkeerbaar proces van bodemdaling terecht gekomen. De turfwinning kwam daar nog eens bovenop. Bovendien ontstaat bij de winning van turf oxidatie van het veen waardoor het land onvruchtbaar wordt.
Voor de droogmaking waren stoomgemalen nodig: een aan de Achterweg, en een het Verlaat.
Tenslotte lichtte Noud Janssen toe hoe het “opscheppen” van het turf, het flodderen, en het daarna drogen plaatsvond, in de vorm van kleine hooibergen.
Al met al een boeiende lezing over een gebied aan de rand van Delft.
De foto's zijn gemaakt door George van Steenveldt
Truus van der Kloet
09-12-2021: Verslag van de lezing door Wim van Leeuwen over de fam. van Berckel
Lezing van Wim van Leeuwen over de familie van Berckel op 3 november 2021.
Over de familie van Berckel heeft Wim een boek geschreven. De aanleiding daarvoor was een schilderij dat mevr. L. van Berckel uit Veere thuis had, en dat afkomstig was uit de huiskapel van Henricus van Berckel; dit schilderij was een altaarstuk dat in zijn woonhuis van zowel Voorstraat 38 als op nummer 42, in het woonhuis op Oude Delft 15-21, en daarna in het buitenverblijf van Henricus van Berckel in Beek, bij Nijmegen, heeft gestaan.
Wim was, vanwege zijn stichting Kerkelijk Erfgoed Delft, benaderd door mevr. Van Berckel met de vraag of dit schilderij het waard was om terug naar Delft te komen. Deze vraag betekende een zoektocht naar de geschiedenis van het schilderij, maar ook naar de familie, en dan vooral naar de figuur van Henricus van Berckel.
De familiegeschiedenis begint bij de vermelding van een van Berckel die in 1465 als goudsmid te boek staat. Daarna duurt het tot 1656 wanneer ene Aelbrecht van Berckel wordt genoemd als schout.
De familiegeschiedenis wordt toegelicht aan de hand van de politieke ontwikkelingen: zo moesten ze kerken in schuilkerken vanwege hun katholieke geloof: in de “Papenhoek” bevond zich op zolder een Jezuïtenkerk.
Soms werd er streng tegen katholieken opgetreden: in juli 1708 werden de 2 Jezuïeten priesters de stad uitgestuurd, maar 28 december 1708 stond het stadsbestuur weer priesters toe, en konden ze weer terugkeren, al moest er wel worden betaald voor het houden van kerkdiensten.
Ondanks hun geloof wisten de opeenvolgende generaties van Berckel vooraanstaande posities te bekleden.
In 1795 worden de Nederlanden bezet door Napoleon, en wordt de staatsgodsdienst afgeschaft. Er wordt dan in 1837 een nieuwe (waterstaats-)kerk gebouwd, met als voorwaarde dat de schuilkerk verdwijnt. In de huidige Burgwalkerk hangt een bord met de namen van kerkbestuurders, waarvan er 8 met de naam van Berckel!
Adrianus van Berckel (1751-1812) is de eerste katholieke stadsbestuurder na de reformatie; hij komt in 1811 in de gemeenteraad.
Zijn zoon Henricus (1783-1862) is in 1824 wethouder van wat wij openbare werken zouden noemen. Hij initieert veel economische impulsen: in 1830 is de Belgische opstand waarna de Zuidelijke Nederlanden zelfstandig verder gingen; om meer oorlogsindustrie te hebben richt hij de Kogelgieterij aan de Buitenwatersloot op. Een ander voorstel is de aanleg van een wandelpromenade, en het ontwerp van een nieuw stadhuis; beide zijn echter nooit uitgevoerd.
Henricus is lid van de sociëteit van 1806 tot 1862.
In 1840 wordt Henricus burgemeester van Delft. Door zijn goede contact met koning Willem I weet hij het binnen enkele maanden voor elkaar te krijgen dat de Koninklijke Academie, de voorloper van de huidige TU Delft, op 8 januari 1842, wordt opgericht, met als adres Oude Delft 95.
Ook is in zijn tijd het treintracé dicht langs de stadswal aangelegd, met een station dicht bij het centrum.
Bij zijn afscheid als burgemeester krijgt Henricus van zijn 12 kinderen een schilderij aangeboden waarop Willem van Oranje en burgemeester van Groenewegen (de laatste katholieke bestuurder van voor de reformatie) staan afgebeeld. Dit schilderij is in 2014 door de familie van Berckel in bruikleen gegeven aan museum het Prinsenhof.
Al met al was het een boeiende avond waarin we aan de hand van een familiegeschiedenis veel te weten kwamen over enkel eeuwen Delftse geschiedenis en ons oud lid Henricus van Berckel die 54 jaar lid was van onze sociëteit..
19-02-2020: Lezing door Monique Vogelaar
Bij binnenkomst word ik gelijk "in mijn kraag gegrepen". Of ik de computer aan de praat kan
krijgen. Maar deze is updates aan het binnenhalen en neemt daar uitgebreid de tijd voor.
Uiteindelijk is de grote update vlak voor 20.00 uur geïnstalleerd en kan de PowerPointpresentatie
worden klaargezet, vooral dankzij de hulp van een echte specialist.
Casper heet de vele aanwezigen (de zaal zit bomvol) van harte welkom en introduceert
Monique. Hij vertelt kort iets over haar politieke carrière en over de waardering die ze daarvoor
heeft gekregen vanuit de gemeente Rotterdam, die haar de Erasmusspeld toekende.
Daarna neemt Monique het woord, gesteund door haar kleindochter die de beamer bedient.
Zij legt uit dat ze voor de pauze uitleg zal geven over de politieke trainingen die ze
her en der in de wereld geeft, met name in Oost-Europa, het Midden-Oosten en in Noord-Afrika.
Na de pauze zal ze dan enkele verhalen vertellen over haar ervaringen.
Uiteraard is er tijdens haar uitleg gelegenheid vragen te stellen.
23-01-2020: Lezing Theo Thomassen
LEZING: DE STAATSINRICHTING VAN DE REPUBLIEK
Bij binnenkomst aan de bar, is het nog niet echt druk. Maar het is gezellig. Er is koffie en thee met iets lekker erbij. En dan tegen 20.00 uur lopen de leden binnen. Met circa 40 leden weer een goed gevulde sociëteitszaal. Vanavond is Theo Thomassen uitgenodigd, om iets te komen vertellen over het ontstaan van de Zeven Provinciën en de Europese Unie. Je zou kunnen zeggen een les geschiedenis of liever gezegd een les staatsinrichting.
Truus houdt haar inleidend praatje en stelt Theo aan ons voor.
Theo is een boeiende verteller met een duidelijk verhaal.
De Unie van Utrecht uit 1579 bracht een tussenvorm van regeren, met een wankel evenwicht: Wat doen we als zeven provincies zelf en wat doen we samen. Oorlog voeren is in ieder geval gezamenlijk. Maar wie wordt nu onze nieuwe “landsheer” nu we afscheid nemen van Filips II. Een Engelsman, een Duister of een Fransman? Nee toch niet. Ze voelen niet aan wat de provinciën zelf willen. Als dan Maurits het land regeert en komt hij steeds meer tegenover van Oldenbarnevelt te staan. Maurits, zo stelt onze inleider, pleegt eigenlijk een staatsgreep om de macht te houden door het laten vermoorden van van Oldenbarnevelt. Zo worstelen de Zeven provinciën zich naar een eenheid. Diezelfde worsteling ervaart hij bij de Europese eenwording. Een boeiend verhaal waarin heen en weer gesprongen werd tussen de 16de en 17de eeuw en de 20ste en 21ste eeuw.
20-12-2019: Terugblik excursie 150 jaar DSM
Vrijdagmiddag 13 december verzamelden zich 30 leden en partners aan de Wateringseweg om de tentoonstelling 150 jaar DSM te gaan bekijken. Jan van der Mast was onze gids. Wat een geweldige verteller is hij toch. Iedereen hing aan zijn lippen.
17-10-2019: Lezing: Boerderijen in Zuid-Holland
In de tijd dat de boeren ten strijde trekken is er vanavond een lezing over boerderijenin Zuid-Holland. Frits van Ooststroom is vanavond de verteller. Hij heeft zich verdiept in allerlei soorten boerderijen. Ook blijkt al snel dat het niet alleen Zuid-Holland betreft. De opkomst is matig, waarschijnlijk door het slechte weer, maar het is net als altijd gezellig
18-09-2019: Lezing: Stormvloeden van 1134 en 1163
Bij binnenkomst in de bar van de sociëteit, is het al aardig druk. Er zijn 44 personen aangemeld om te komen luisteren naar het verhaal van Cor Nonhof. Het bestaand aantal stoelen moet worden aangevuld, zodat iedereen een zitplaats heeft.
Cor Nonhof is kopstuk bij de KNNV. de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging.
Hij vertelt over bodemonderzoek, waaruit blijkt dat er overstromingen zijn geweest.